G O E D

Art. 77, RVV 1990: Bestuurders mogen verdrijvingsvlakken en puntstukken niet gebruiken. (Behalve als ze deel uitmaken van een opengestelde spitsstrook.)

Het doel van een verdrijvingsvlak is om vlak voor een wegversmalling of vlak voor of na een kruising gevaarlijk en/of hinderlijk inhalen te voorkomen.

Uit de Nota van Toelichting bij de wet: "Zeker als het aantal rijstroken wordt verminderd is dit een uitstekende methode om bestuurders tijdig naar de beschikbare rijstrook te krijgen. Veel bestuurders blijken een inhaalmanoeuvre tot het uiterste moment door te zetten en gebruiken daarbij het verdrijvingsvlak. In verband met de daardoor ontstane gevaarlijke situaties is optreden wenselijk." Dus zelfs in de wet (dit is uitzonderlijk) wordt hier gezegd dat verbaliserend dient te worden opgetreden, dit gebeurt ook altijd.

In november 2018 heeft het hoogste rechtscollege in verkeerszaken een aantal regels gesteld. Indien een rijstrook van de doorgaande rijbaan eindigt dan is de (gedwongen) invoeger naar een andere rijstrook vlak voor of aan het eind van de eindigende rijstrook voorrangsgerechtigd t.o.v. de naast of vlak achter hem rijdende bestuurder op die andere rijstrook.
Dat betekent: (1) doorrijden tot (vlak voor) het einde van de rijstrook en (2) de bestuurder op de andere rijstrook moet de invoeger voor laten gaan.
In veel Europese landen gold die regel al en is ritsen verplicht.




terug naar vraag hoofd pagina volgende vraag