VRAAG 55

Bij het invoegen op een autosnelweg geldt:


Zo snel mogelijk snelheid vermeerderen en aanpassen aan het overige verkeer, dan invoegen, indien invoegen niet mogelijk is doorrijden over de vluchtstrook.

Altijd stoppen aan het begin van de invoegstrook.

Indien invoegen niet direct mogelijk is, stoppen aan het begin van de invoegstrook. Daarna snelheid vermeerderen en invoegen, indien invoegen nog niet mogelijk is stoppen aan het eind van de invoegstrook.

Indien invoegen niet direct mogelijk is, stoppen aan het begin van de invoegstrook. Daarna snelheid vermeerderen en invoegen, indien invoegen nog niet mogelijk is doorrijden over de vluchtstrook.


     Klik op een letter, bij voorkeur de juiste.