SVERIGE
Op mijn weg van Finland naar Zweden, besloot ik nog een stukje Noorwegen aan te doen. De plaatsen Karasjok en Kautekeino staan bekend om hun Samencultuur (door ons ook wel lappen genoemd). Aldus zette ik koers richting Karasjok. Vlak over de Fins-Noorse grens bemerkte ik dat een brug over een ravijn van de weg naar mijn bestemming helaas was ingestort, het stond ook als zodanig aangegeven met een verwijzing naar de kortste omleidingroute. Nu moet gezegd worden dat het wegennet in het verre noorden niet de dichte infrastructuur heeft die wij kennen van ons volgebouwde landje. Er wonen daar weinig mensen, ergo er zijn ook weinig wegen. De omleiding was slechts vijfhonderd kilometer, wat voor zo'n groot land natuurlijk niets betekent, de meeste mensen aldaar bewegen zich meestal toch over het terrein en niet langs 's Heren wegen. Voor mij had het echter als consequentie dat ik een dag later op mijn bestemming arriveerde. De genoemde plaatsen zijn de overwinteringplaatsen voor deze Samen, tezamen met hun grote kudde rendieren. Het is daar 's winters een beter klimaat, weliswaar een graad of 20 kouder, maar niet zo vochtig en stormachtig als aan de kust. Het wordt hier maar gemiddeld minus 40° in de winter en dat scheelt een stuk met de echte koude plaatsen. Het is er gedurende twee maanden geheel donker en de mensen zitten meestal binnen en doden de tijd met huishoudelijke spelletjes waarbij je warm blijft. Nadeel van de vorst is ook dat de bodem dusdanig hard wordt dat de doden niet begraven kunnen worden, die worden opgestapeld en verzameld in een holle houten muur rond de kerk die speciaal voor dit doel is ontworpen. Bij die buitentemperatuur heeft ook geen ontbinding plaats, dus het geeft geen overlast. Als het weer enigszins mogelijk is worden de graven gegraven en worden de doden gezamenlijk begraven. Dit is reden tot een groot feest, het eerste van de zomerperiode, onder het motto:"zo hadden ze het gehad willen hebben". De Samen kleden zich dan met kleurrijke mutsen, kleden en lappen en ter verhoging van de feestvreugde zingen ze liederen in een monotone melodie, gelukkig had ik oordopjes bij me. In de plaatselijke kro is het goed eten, walvisvlees is wat tranig maar niet vet en rendiervlees is erg lekker. Het is oppassen geblazen, eet vooral geen vlees van rendieren van voor de ramp bij Tsjernobil, de radioactieve wolk kwam voornamelijk in dit gebied terecht en het vlees van rendieren mocht gedurende vijf jaren niet worden geconsumeerd. Het had nog een opvallend bijverschijnsel, de beesten straalden zoveel licht uit dat het in de winterperiode niet meer echt donker werd. Het vlees is nog steeds te herkennen aan een groenachtig lichtgevend schijnsel.
Op weg naar Zweden passeer je nog een klein stukje Finland van nog geen 50 kilometer breed, dus ik dacht binnen een uur in Zweden te zijn. De Finse douane dacht hier echter anders over. Nadat ik had aangegeven dat ik niets had aan te geven, verzocht men mij de motor in een aparte garage te parkeren voor onderzoek. Ze zullen gedacht hebben: tenslotte is het een Nederlander, Nederland is een narco-staat, zo'n motor is toch wel opvallend dus je weet maar nooit. De douanebeambten schepten er genoegen in om de gehele inhoud van mijn zijkoffers en mijn tanktas, die ik overigens allemaal zelf moest uitpakken, op een grote tafel uit te stallen als gold het een openbare verkoping. De tent en de waterdichte rol met slaapmat en dito zak ontkwamen niet aan hun lot en moesten volledig worden uitgepakt en uitgevouwen. En onder het zadel was alweer niets van betekenis te bekennen. Enige vorm van contrabande was niet te vinden, het was ook niet aanwezig. Ik meldde de heren dat ik op dit feit reeds had gewezen toen zij mij de desbetreffende vraag hadden gesteld. Niet tevreden met het resultaat van hun intensieve speurtocht werd mij verzocht de zijbekleding van het motorblok te verwijderen. Toen vond ik het tijd om de heren uit te leggen dat ik geen monteur was en als zij dit persé wensten dat zij het dan maar zelf moesten doen of een gekwalificeerde monteur moesten laten opdraven, zodat ze het ook weer zelf in elkaar konden zetten. Na wat onderling overleg lieten ze het erbij zitten en mocht ik de boel weer in- en oppakken, van enige hulp hunnerzijds bleef ik verstoken. Later begreep ik dat deze maskerade waarschijnlijk hun wekelijkse hoogtepunt van dienst was, want gedurende de vier uren dat deze flauwekul in beslag nam, is geen enkel ander voertuig de grens gepasseerd.
Het rijden ten noorden van de Botnische Golf is heel buitengewoon. Lapland wordt voor een groot deel gekenmerkt door toendra-achtige vlakten met voor het merendeel lage begroeiing. De rendieren zijn in groten getale aanwezig, niet zomaar een paar, maar in kudden van duizenden stuks. Het komt regelmatig voor dat zo'n kudde de weg bevolkt, het is dat behoedzaam manoeuvreren tussen de beesten door, want opzij gaan doen ze niet. Ze kijken je aan met een blik die zoveel zeggen wil als: "wij wonen hier en jij niet". De dieren zijn door de Samen gedomesticeerd en worden gebruikt voor voedsel, melk, kleding, schoeisel en wat dies meer zij. Het trekken van sleden door rendieren gebeurt alleen nog maar tijdens festiviteiten voornamelijk om de toeristen te plezieren en ze niet teleur te stellen. Normaal bewegen de Samen zich in de zomer met quads en in de winter met sneeuwscooters door het terrein Voor het verzamelen van de kuddes beschikt bijna iedere familie bovendien ook nog over een helikopter. Langs de weg staan oude lappententen (ze lijken op de Indiaanse tipi) voorzien van lappen in traditionele kledij met daarnaast een uitstalling van rendierhuiden en andere soorten huisvlijt in de vorm van houtsnijwerk en zaken waarin rendierhuid is verwerkt. Kijk je even verder dan staat er meestal goed verborgen en niet zichtbaar vanaf de weg een uiterst luxueuze wooncaravan met vaak een helikopter ernaast. Het is tevens het land waarin ruime mate de elanden verblijven, ik heb er een aantal waargenomen. Gelukkig van veraf want het zijn vervaarlijk uitziende beesten, zonder gewei reikt de kop al tot boven de twee en een halve meter en dat met vijfhonderd kilo zwaar ben ik blij dat ik de elandproef niet in de praktijk heb behoeven te toetsen. Maar het blijft een machtig dier om in het wild te bewonderen.
In Kiruna besloot ik verder langs de kust naar het zuiden te trekken. Eenmaal hier aangekomen ontdekte ik dat de noordelijke kuststreek bewoond wordt door een nijver volkje, dat de dingen bij hun naam noemt en zich geen blad voor de mond neemt. Omdat de leefomstandigheden niet altijd even prettig zijn, zeg maar gewoon beroerd, hebben zij de plaats waar zij wonen als uiting van hun ongenoegen zeer toepasselijk "Lulea" genoemd.
Na een stuk langs de kust te hebben gereden besloot ik weer meer het binnenland van midden Zweden in te gaan. Dat viel landschappelijk gesproken goed tegen. In het midden van Zweden zijn nagenoeg kaarsrechte wegen aangelegd die de eeuwig zingende bossen doorsnijden. Ik begrijp waarom het verplicht is dat iedereen overdag dimlicht dient te voeren; op zo'n kaarsrechte weg is het lastig afstanden in te schatten en na een paar uur rijden val je temet in slaap door de eentonigheid. Het is net alsof je door de Veluwe rijdt, alleen wat meer kilometers. Dat doodse stuk heb ik snel afgelegd tot ik aan de zuidkust aankwam.
Dit is een leuk stukje Zweden met goede campings en mooie zandstranden aan het Kattegat. Hartje zomer kan het er goed warm zijn. De Zweedse zomers duren maar kort en de Zweden trachten derhalve er zoveel mogelijk van mee te pikken. Vrijwel ieder stukje lichaamsdeel stellen zij aan de zon bloot om een zo goed als mogelijk gelijkmatige bruine teint op hun lijf te verkrijgen. Een genot voor het oog dus. Daarbij zijn ze erg vriendelijk en behulpzaam, en vermaken en vermengen zich graag met buitenlanders. Maar helaas, de tijd drong, ik was bijkans al drie weken onderweg. Met de boot van Varberg naar Grenå in Denemarken is het maar vier uurtjes varen en de al vaker genoemde motorcamping bij Nødager is vlakbij. Ik hoopte voor de thuisreis nog twee nachtjes te slapen, maar een motorclub uit Roskilde die het jaarlijkse treffen vierde had andere plannen. Dat weekend lag het totaal gebruikte liters aan bier aanzienlijk hoger dan de liters benzine die ik gedurende de hele reis had verstookt. Gelukkig heb ik overdag nog wat kunnen slapen toen iedereen zijn of haar roes uitsliep. Doodmoe maar met een fantastische reis en onvergetelijke ervaringen achter de rug kwam ik na 11.000 kilometer weer thuis. Na het uitpakken ben ik onmiddellijk mijn bed ingedoken en heb gedroomd dat ik het zeker nog een keer doe.
Reis Index